De alomtegenwoordigheid van projectieve identificatie.
Middagsymposium georganiseerd door de
Werkgroep Melanie Klein van de
Nederlandse Psychoanalytische Vereniging (NPaV)
Zaterdag 22 maart 2025
Olympiaplein 4, 1076 AB Amsterdam
Projectieve identificatie is een begrip dat voor het eerst concrete, klinische invulling kreeg in het werk van Melanie Klein, en dat sindsdien een hoge vlucht genomen heeft in de therapeutische praktijk, in de eerste plaats binnen de groep rond en na Klein zelf, maar ook daarbuiten. Freud schreef uiteraard al veel eerder over onbewuste communicatie, projectie en introjectie, en in Kleins object-gerelateerde psychoanalyse kwamen deze begrippen in een hechter verband tot elkaar te staan, waarop haar analysand Wilfred Bion weer voortborduurde in zijn belangwekkende theorieën over containment.
Op deze studiemiddag willen we ons het begrip projectieve identificatie nader eigen maken aan de hand van een introductie, en daarna door actieve deelname aan een tweetal werkgroepen. Er is een divers aanbod van mogelijkheden, ter illustratie van het gegeven dat we projectieve identificatie niet alleen in ons werk met patiënten, maar altijd en overal in ons leven tegenkomen, en natuurlijk niet in de laatste plaats in onszelf! In de workshops zullen we proberen op creatief-associatieve wijze een voor sommigen misschien abstracte term tot leven te brengen. Zowel ervaren therapeuten als kandidaten en studenten worden van harte uitgenodigd aan deze middag deel te nemen. Wanneer het raadzaam is de bij een workshop genoemde literatuur van te voren te lezen, wordt deze na inschrijving voor de betreffende workshop aan de deelnemers toegestuurd. (Dit geldt niet voor de roman van Édouard Louis.) Deelnemers die (nog) niet beschikken over een BIG-registratie wordt gevraagd ter plaatse een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen, in verband met eventueel gebruik van klinisch materiaal.
Programma
13:00 Inloop met koffie en thee en een broodje
13:30 Projectieve identificatie in theorie en praktijk. Lezing door
Leontine Brameijer, leeranalytica en supervisor van de NPaV
14:00 Gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie.
14:15 Theepauze
14:30 Eerste ronde workshops
15:45 Theepauze
16:00 Tweede ronde workshops
17:15 Borrel
Workshops
- Close reading. Het gezamenlijk lezen van een klassiek artikel over projectieve identificatie.
Begeleid door Marjolein de Craen, psychoanalytica NPaV en Hennie de Kroon, leeranalytica NPaV.
Centraal staat het artikel van Betty Joseph: ‘Projective identification: some clinical aspects’. Tijdens de workshop zullen de belangrijkste gedeelten uit dit artikel gezamenlijk worden gelezen en zullen de implicaties ervan voor de klinische praktijk worden besproken: onbewuste projecties worden via overdracht en tegenoverdracht door de analyticus gevoeld, waarbij de herkenning en interpretatie ervan door de analyticus cruciaal zijn voor de ontwikkeling van de patiënt.
Joseph, B. Projective identification: some clinical aspects. In: Spillius, E. and E. O’Shaughnessy (eds.) Projective Identification. The Fate of a Concept. London, 2012.
- ‘Veranderen: Methode.’ Projectieve identificatie (?) in de roman van Edouard Louis.
Begeleid door Matthy Bijleveld, kandidaat-lid NPaV en Leontine Brameijer, leeranalytica NPaV.
In deze workshop leggen we onszelf en de deelnemers onder andere de vraag voor of in de roman ‘Veranderen: Methode’, van Édouard Louis sprake is van projectieve identificatie zoals we dit begrip in de ochtendlezing hebben leren kennen. Aan de hand van Freuds begrip ‘familieroman’ zullen we praten over de voor velen van ons herkenbare kinderfantasie eigenlijk tot een andere familie te behoren, en over het pathologische aspect daaraan, namelijk wanneer de realiteit niet voldoende kan worden vastgehouden en dus uiteindelijk geaccepteerd. Het daadwerkelijk zoeken van een ander milieu kan ook een vorm van coping en zelfs levensreddend zijn, maar wat zijn dan de psychische gevolgen?
Louis, E. (2022) Veranderen: methode. Amsterdam, De Bezige Bij.
- Projectieve identificatie in Shakespeare’s Othello.
Begeleid door Tinka Prast, leeranalytica NPaV.
De deelnemers zullen door het hardop lezen van de hoofdrollen in Shakespeare’s drama ‘Othello’ aan den lijve kunnen ervaren hoe projectieve identificatie haar soms giftige uitwerking kan hebben op het voelen en handelen van anderen. Een moderne, Nederlandse vertaling zal worden gebruikt.
Prast, T., Afgunst en jaloezie in Shakespeare’s Othello vanuit Kleiniaans perspectief. (In druk.)
- Antidepressiva en het oncomfortabele voetstuk van de psychiater
Begeleid door Sascha Russo, psychiater en psychoanalytisch psychotherapeut NVPP.
In deze workshop belichten we de betekenis van antidepressiva in de relatie tussen voorschrijver en patient. Hypothese hierbij is dat deze medicijnen hun werking voornamelijk aan projectieve identificatie ontlenen – het zogenaamde placebo effect: de illusie van een almachtige arts. De achterliggende problematiek blijft hierbij onaangetast. Om hier anders mee om te gaan is een erkennen van de realiteit van onmacht en verdriet bij zowel voorschrijvers als patiënten van belang. Alleen door na te gaan welke gevoelens worden afgeweerd is de weg open naar een doorwerken van de (rouw)problematiek en een aanvaarden van de realiteit (Steiner 1993).
Kirsch I., Moore T.J., Scoboria A. & Nicholls, S.S., (2002) The emperor’s new drugs: an analysis of antidepressant medication data submitted to the U.S. Food and Drug Administration. Prevention & Treatment 5(1) 23-30.
Lucassen, P., (2019) Stoppen met onnodig antidepressivagebruik. Huisarts en wetenschap, (11} 20-25.
Steiner, J. (1993) Psychic retreats. London, 1994
- I hear you knocking …. (but you can’t come in).
De rol van projectieve identificatie bij de negatieve therapeutische reactie.
Begeleid door Famke Kwee, leeranalytica NPaV en Michel van Veen, psychoanalyticus NPaV.
Een negatieve therapeutische reactie is niet alleen een terugval ten opzichte van een eerder bereikt resultaat, het kan ook gaan om een langdurige impasse in een behandeling of een behandeling die juist vrij gemakkelijk lijkt te verlopen, maar waarbij er (intern) eigenlijk niet veel verandert. Doordat de negatieve therapeutische reactie door de behandelaar gemakkelijk als aanval ervaren wordt, is de kans aanwezig dat hij een ‘obstructing object’ wordt. Hoe dit voorkomen kan worden behandelen we aan de hand van het fasen model van projectieve identificatie van de bekende Duitse Kleiniaanse analyticus Heinz Weiss. In de workshop behandelen we beknopt de theorie aan de hand van voorbeelden. Daarna werken we in twee subgroepen aan casuïstiek die de deelnemers zelf inbrengen.
Spillius, E. (2007) Chapter 6 Clinical Reflections on the Negative Therapeutic Reaction. Encounters with Melanie Klein: Selected Papers of Elizabeth Spillius 59:129-139.
Weiss, H. (2014) Projective Identification and Working through of the Countertransference: A Multiphase Model. International Journal of Psychoanalysis 95:739-756.
Feldman, M. (2009) Chapter 7 Envy and the Negative Therapeutic Reaction. Doubt, Conviction and the Analytic Process: Selected Papers of Michael Feldman 65:118-137.
- Fatal attraction: projectieve identificatie in de partnerrelatie.
Begeleid door Claudia de Vin, psychiater en psychoanalytica i.o. bij de Belgische Vereniging voor Psychoanalyse.
In de serie ‘Big little lies’ heeft Perry (Alexander Skarsgard), met hechtingstrauma (verongelukte broer, scheiding van zijn ouders, emotioneel onbeschikbare moeder), uitbarstingen van woede en haat met agressie naar zijn vrouw Celeste (Nicole Kidman). Deze uitbarstingen staan in verband met Perry’s verlatingsangsten. Een ‘doer and done-to’ verhaal, waar de dynamieken van beide protagonisten in elkaar moeten haken om de zich steeds herhalende cyclus van agressie mogelijk te maken. In deze ‘casus’ richten we ons op het perspectief van Celeste die dankzij haar psychotherapie/psychoanalyse geleidelijk haar schuldgevoel en zelfwaardering kan bewerken. Dit stelt haar in staat om afstand te nemen van de (actualisatie van/haar eigen identificatie met) projectieve identificatie door Perry, waardoor zij deze beter kan afweren.
Messler Davies, J. (2002) Whose Bad Objects Are We Anyway?: Repetition and Our Elusive Love Affair with Evil. Psychoanalytic Dialogues 14: 711-732.
- Polarisatie
Begeleid door Marly Horsch, leeranalytica NPaV
Middels het bespreken van voorbeelden uit de wereldliteratuur wordt in deze workshop onderzocht hoe projectieve identificatie van invloed is op het fenomeen polarisatie dat zich in deze tijd wereldwijd manifesteert, en dat door Van Dale als woord van het jaar werd gekozen.
Zo schrijft Hans Keilson in ‘In de ban van de tegenstander’ (1959): ‘Goed en kwaad zijn met elkaar verbonden en vijanden voelen een wederzijdse fascinatie, ze zien in de ander iets van zichzelf terug’. ‘Wie van haat vervuld is, ziet in zijn tegenstander alles wat hij in zichzelf niet wil zien en van zichzelf niet wil weten’.
‘Omwille van goedheid en liefde mag de mens de dood geen macht geven over zijn gedachten’, zo luidt het motto van ‘De Toverberg’ van Thomas Mann (1924). Het sanatorium uit de Toverberg is een metafoor voor de democratie. Er is geen zekerheid, het kwaad bestaat en moet telkens opnieuw bestreden worden. Mann omschreef zijn roman ‘als een bewegelijk platform voor omgang met het vreemde’. Het is een roman van het midden. Weg van de polarisatie. Geschreven vanuit het midden, vanuit nieuwsgierigheid. (Mesters, 2024)
Keilson, H. (1959) In de ban van de tegenstander. Amsterdam, Van Gennep.
Mesters, B. (2024) 100 Jaar ‘De Toverberg’ van Thomas Mann. De Groene Amsterdammer nr. 48.
Versteegen, J. (2023) Hans Keilson, telkens een nieuw leven. Nieuw Amsterdam, 2023.
Steiner, J. ( 2020) The Sympathetic Imagination: Keats and the movement in and out of projective identification. In: Illusion, Disillusion and Irony in Psychoanalysis. Londen, Routledge, 2020.